Friday, April 22, 2022

Ter plaatse gestorte betonnen wand. Kimplaat (uit staal of uit kunststof)


  • 1. Wand uit ter plaatse gestort gewapend beton
  • 2. Kimplaat
  • 3. Vloerplaat uit ter plaatse gestort gewapend beton
  • 4. Werkvloer uit mager beton

De plaatsing van een kimplaat ter hoogte van de aansluiting tussen de draagvloer en de kelderwand zal de waterdichtheid ter hoogte van de hernemingsvoeg verbeteren. De kimplaat moet op een dusdanige manier geplaatst worden zodat deze voldoende ingewerkt kan worden in de verschillende betonneringsfasen (minimum 100 mm in beide uitvoeringsfasen). Men moet er wel op letten dat de positie van de (boven-)wapening de plaatsing van de kimplaat niet verhindert. Het doorknippen van de bovenwapening zonder overleg met het studiebureau is uiteraard niet toegelaten. Het studiebureau kan in het ontwerp reeds voldoende ruimte voorzien voor een volledige verticale plaatsing van de kimplaat (zonder L-vorm) (zie afbeelding 8). Deze methode levert meestal betere resultaten op, aangezien de kimplaat aan beide zijden in de betonmassa verankerd wordt en niet uitsluitend in de bovenlaag. De materialen die gebruikt worden voor de uitvoering van vloeistofdichte voegen moeten met de nodige zorg gekozen worden, naargelang van de beoogde toepassing. Op deze manier kunnen de materialen beantwoorden aan de fysische, de mechanische en de chemische belastingen die door het water (of andere vloeistoffen waarmee ze in contact komen) uitgeoefend worden op het voegmateriaal, op het beton en op de afwerking. Zowel voegen uit kunststof (bv. uit PVC of uit SBR-rubber) (zie afbeelding 10, p. 21) als voegen uit bandstaal komen hiervoor in aanmerking. Bandstaal van roestvast staal kan voor specifieke toepassingen overwogen worden (bv. als er een risico bestaat op aantasting door chloriden). Metalen kimplaten moeten 1,5 tot 2 mm dik zijn en moeten op een ononderbroken manier aangebracht worden. Bij dichtheidsklasse 2 moeten de voegen over de volledige hoogte gelast (*) (zie afbeelding 9) of gelijmd worden (bv. met een geschikte PUR-lijm) en er moet een voldoende grote overlap voorzien worden (zie afbeelding 11, p. 21). Voor gelaste uitvoeringen is een overlap van minimaal 20 tot 30 mm meestal voldoende, terwijl men voor een gelijmde uitvoering een overlap van minstens 100 mm nodig heeft. Indien de naden niet gelast worden (wat resulteert in een lagere dichtheidsklasse), dient men een overlap van 200 tot 300 mm te voorzien en moet er voldoende afstand gelaten worden zowel tussen de kimplaten onderling als tussen de kimplaat en de holle bekistingswand (minimaal 50 mm of (3 x Dmax) > 50 mm). Bij een hoge Dmax-waarde kan de beschikbare breedte voor de overlap onvoldoende groot zijn. In dit geval kan de Dmax-waarde aangepast worden. Kimplaten uit kunststof moeten minstens 8 mm dik zijn en worden tijdens het storten van het beton op hun plaats gehouden met behulp van klemmen die vastgelast worden of met binddraad aan de hoofdwapening bevestigd worden. Men kan er ook voor opteren om nog een bijkomende injectieslang of dichtingsband (bv. een zwelband) te plaatsen aan de met water belaste zijde, teneinde de waterdichtheid nog verder te verbeteren (zie fiches nr. 1.3, p. 24 en nr. 1.4, p. 25 van TV 250). (*) Bij roestvast staal gaat dit gepaard met een plaatselijke vermindering van het roestwerende vermogen. Indien het gebruik van roestvast staal vereist is, kan men overwegen om de voegen eerder te verlijmen in plaats van ze te lassen.

Meer informatie Databank Bouwdetails • WTCB

No comments: